-
1 afstand
2 [het afstaan/opgeven] renunciation♦voorbeelden:erg op een afstand zijn tegen iemand • be very standoffish to someone2 afstand doen van • renounce, disclaimafstand doen van de troon • abdicate, renounce the throneafstand doen van zijn bezit/vrijheid • part with one's possessions, give up one's freedomafstand doen van een kind ten gunste van de vader • cede a baby to the fatherhij heeft afstand gedaan van al zijn rechten • he has relinquished/ 〈 schriftelijk〉 signed away all his rights -
2 afstand bewaren
afstand bewarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afstand bewaren
-
3 afstand houden/bewaren
afstand houden/bewarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afstand houden/bewaren
-
4 iemand op een afstand houden
iemand op een afstand houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op een afstand houden
-
5 aaneen
〈 formeel〉♦voorbeelden: -
6 autobus
-
7 eind
♦voorbeelden:het is een heel eind • it's a long wayze zijn al een heel eind op weg • they've already gone a long wayhet is nog een heel eind • it's still a long way〈 figuurlijk〉 aan het kortste/langste eind trekken • get the worst/best of itwat een lang eind, die dochter van ons • she's a tall one, that daughter of oursop het (laatste) rechte eind • on the home/finishing stretchdaar kom ik een heel eind mee • that will go a long waydat is een heel eind om • that's quite a bit out of the way〈 figuurlijk〉 een eind weg praten • go/rattle oneen eind in de 40 • well over/past 40de kosten bleven een heel eind onder de raming • the costs were considerably less than the estimatehij woont aan het eind van de wereld • he lives in the back of beyondhet andere eind van de stad • the other end of the townop het eind van de achttiende eeuw • towards the end of the eighteenth centuryje hebt het bij het verkeerde eind • you're mistaken, you've got hold of the wrong end of the stick 〈ook → link=einde einde〉 -
8 ver
I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot ruimte/tijd] 〈 voornamelijk in ontkennende en vragende zinnen〉 far; 〈 in bevestigende zinnen〉 a long way2 [in hoge mate] far, way; 〈 na werkwoord〉 by far, by a long way♦voorbeelden:ver gevorderd zijn • be well advancedhij heeft het ver geschopt • he's come a long wayde vakantie is nog ver • the holidays are still a long way offhet zou te ver voeren om … • it would be going too far to …ver vooruitzien • look well/way aheadhoe ver is het nog? • how much further is it?hoe ver ben je met je huiswerk? • how far have you got with your homework?in hoe ver • how far, to what extentdat gaat te ver! • 〈 ook〉 that is the limit!je zoekt het te ver • you're missing the pointver weg • a long way away/off, far away/offhet is zo ver! • here we go, this is itmaar zo ver zijn we nog (lang) niet • but we haven't reached that stage yetben je zo ver? • (are you) ready?die dagen liggen ver achter ons • those days are long pasttot ver in het binnenland • well inland, deep into the interiorvan ver komen • come a long way/from distant partszijn tijd ver vooruit zijn • be way ahead of one's timeII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [op grote afstand gelegen; ook in de tijd; niet spoedig vervulbaar] 〈 voornamelijk attributief〉 distant; 〈 voornamelijk predicatief〉 far ⇒ 〈 attributief〉 far-off/-away, 〈 predicatief〉 far off/away2 [zich uitstrekkend over een grote afstand] 〈 voornamelijk attributief〉 distant; 〈 voornamelijk predicatief〉 far ⇒ 〈 predicatief〉 a long way3 [komend van verre; niet nauw verwant] distant♦voorbeelden:1 verre landen • distant/far-off countriesde verre toekomst • the distant futurein een ver verleden • in some distant/remote pasteen ver vooruitzicht • a distant/remote prospect -
9 etappe
1 [afstand tussen twee rustpunten] stage ⇒ 〈 laatste ook〉 lap, 〈 vliegreis ook〉 hop, 〈 vliegreis ook〉 leg -
10 hoogte
1 [verticale afmeting] height3 [vrije ruimte boven iets anders] height4 [met betrekking tot klanken] pitch5 [wiskunde] height6 [aardrijkskunde] level ⇒ 〈 latitude〉 latitude, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 elevation, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 altitude♦voorbeelden:op gelijke hoogte met de vloer • level/flush with the floorop geringe/grote hoogte vliegen • fly at (a) high/low altitude〈 figuurlijk〉 tot op zekere hoogte hebt u gelijk • to some/a certain extent you're right〈 figuurlijk〉 Nederland is leuk tot op zekere hoogte • Holland is nice as/so far as it goesop een hoogte van 7000 m • at a height/an altitude of 7000 m.ter hoogte van zijn schouders • at shoulder height〈 figuurlijk〉 de prijzen gingen de hoogte in • prices went up/rose; 〈 sterker〉 prices rocketed/soared5 lengte, breedte en hoogte • length, breadth and heighter staat een file ter hoogte van Woerden • there is a Atraffic jam near Woerdeniemand op de hoogte brengen/stellen • acquaint someone with something, inform someone about/of something; 〈 informeel〉 fill someone in on somethingvolledig van iets op de hoogte zijn • be well informed about/acquainted with something; 〈 informeel〉 be well up on somethingindien u verhinderd bent wordt u verzocht ons hiervan op de hoogte te stellen • please let us know if you are unable to come -
11 bewaren
3 [in acht nemen] keep5 [behoeden] preserve/save (from) ⇒ guard (from/against)♦voorbeelden:1 tijdschriften bewaren • keep/save periodicalseen onderwerp tot/voor de volgende keer bewaren • leave a topic for the next timedeze gebouwen/manuscripten zijn bewaard gebleven • these buildings/manuscripts have survivedvlees kun je moeilijk/niet lang bewaren • meat does not keep longbewaren voor later • save up for a rainy dayhet lekkerste voor het laatst bewaren • save the best piece for the endgoede herinneringen bewaren aan • retain happy memories of5 God bewaar me! • God forbid!een goed bewaard geheim • a closely guarded secret -
12 kort
1 [met betrekking tot lengte/afstand] short♦voorbeelden:alles kort en klein slaan • smash everything to pieces〈 voetbal, hockey〉 ze hielden het spel kort • they played with short passes, they kept the passes shortiemand kort houden • keep someone on a tight reinkort daarna/daarop • shortly after(wards)kort tevoren • shortly beforekort na elkaar aankomen • arrive shortly after each othertot voor kort • until recentlyeen kort overzicht • a brief/short summaryom kort te gaan • to cut a long story shortin het kort betekent het • in short/brief it meansiets in het kort uiteenzetten • explain something brieflyII 〈 bijwoord〉1 [weinig, ontoereikend] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:iemand te kort doen • wrong someonezichzelf te kort doen • 〈 geldelijk〉 stint/deprive oneselfwe komen drie man te kort • we're three men shortwe kwamen slaap te kort • we were short of sleep -
13 neerleggen
1 [algemeen]poser (qc.) ⇒ 〈 in horizontale positie〉coucher (qc., qn.)2 [afstand doen van; ook juridisch] déposer3 [doden] descendre♦voorbeelden:iemands bevelen naast zich neerleggen • braver les ordres de qn.ik heb de sleutels op de tafel neergelegd • j'ai mis les clés sur la tableik heb tien gulden moeten neerleggen • j'ai dû allonger dix florinsclausule, neergelegd in een contract • clause couchée dans un contratII 〈wederkerend werkwoord; zich neerleggen〉1 [+ bij][berusten] se résigner (à qc.)♦voorbeelden: -
14 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
15 afzien
1 [+ van] 〈 niet doorgaan met〉 abandon ⇒ give up, 〈 afstand doen van〉 renounce 〈 bijvoorbeeld rechten〉2 [sport] have a hard/tough time (of it) ⇒ sweat it out♦voorbeelden:1 iemand doen afzien van iets • make someone abandon something; 〈 ompraten〉 talk someone out of somethingnaderhand zagen ze er toch van af • afterwards they decided not to; 〈 afspraak ook〉 afterwards they backed out (of it)van rechtsvervolging afzien • decide not to prosecuteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in zijn geheel overzien] look across/down/along/over2 [afkijken] copy (from)♦voorbeelden:1 een weg afzien • look down/along a road -
16 belopen
-
17 dicht
♦voorbeelden:een dicht bos • a dense woodin dichte drommen • in dense hordesdichte mist • thick/dense fogdicht beschreven bladzijden • closely written pagesze zaten dicht opeengepakt • they sat tightly packed togetherdicht op elkaar wonen • live on top of one another〈 figuurlijk〉 dichter tot elkaar komen • come/draw closer (together)II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 [ondoordringbaar] tight3 [figuurlijk] [niets loslatend] close(-mouthed) ⇒ close-/tight-lipped♦voorbeelden:ik krijg mijn riem niet dicht • I can't fasten my beltmijn neus zit dicht • my nose is blocked upde afvoer zit dicht • the drain is blocked upde vijver zit dicht • the pond is frozen overhet vliegveld zit dicht • the airport is fogbound♦voorbeelden:zijn ogen staan dicht bij elkaar • he has close-set eyesje bent er aardig dicht bij • you are pretty near the markzij waren dicht bij het doel • they were close to the goal; 〈 figuurlijk ook〉 they were nearly therehij woont dicht in de buurt • he lives near heredicht onder de kust varen • hug the shoreiemand dicht op de hielen zitten • be close on someone's heels -
18 dragen
2 [bij zich hebben] carry4 [voorzien zijn van] bear5 [zwanger zijn van] carry, be pregnant♦voorbeelden:geen stropdas/beha meer dragen • give up wearing a tie/bradie schoenen kun je niet bij die jurk dragen • those shoes don't go with that dresstegenslag moedig dragen • bear up against adversity2 [zich over een afstand uitstrekken] carry♦voorbeelden: -
19 neerleggen
1 [op iets leggen] put/lay/set (down)3 [met iets ophouden] lay/put down4 [doden] down5 [betalen] put/plunk down ⇒ deposit6 [juridisch] deposit♦voorbeelden:1 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 〈 figuurlijk〉 het hoofd erbij neerleggen • resign oneself to something〈 figuurlijk〉 een bevel naast zich neerleggen • disregard/ignore a command3 het commando neerleggen • lay down/relinquish commandhet werk neerleggen • stop work, knock off (work); 〈 gaan staken〉 go on strike; 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 down tools5 ik heb tien gulden moeten neerleggen • I had to put/plunk down ten guilders7 voorwaarden in een aantal artikelen neerleggen • set down stipulate conditions in a number of articlesII 〈wederkerend werkwoord; zich neerleggen〉♦voorbeelden:1 zich neerleggen bij de feiten/situatie • reconcile oneself to the facts/situation -
20 schatten
1 [taxeren] value ⇒ estimate 〈 verlies, schade〉, assess 〈 belasting, inkomen, schade ook〉, appraise 〈 met betrekking tot taxateur〉2 [houden voor] consider♦voorbeelden:een huis schatten • value a househoe oud schat je hem? • how old do you take him to be?te hoog/laag schatten • overestimate, underestimateniet te schatten • inestimablede schade schatten op • assess the damage atiemands inkomen schatten op • estimate/assess someone's income atiets op de juiste waarde schatten • estimate/assess something at its true value
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Place To Be — (Нарден,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Huizerstraatweg 10, 1411 GN Нарден, Нидерла … Каталог отелей
Place To Be — (Нарден,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Huizerstraatweg 10, 1411 GN Нарден, Нидерла … Каталог отелей
Dutch nationality law — is based primarily on the principle of Jus sanguinis and is governed by the Kingdom act regarding Dutch citizenship (Dutch: Rijkswet op het Nederlanderschap). Thus citizenship is conferred primarily by birth to a Dutch parent, irrespective of… … Wikipedia
Doe Maar — Henny Vrienten Doe Maar (von 1978 bis 1984 und von 1999 bis 2000 sowie von 2008 bis heute) sind eine niederländische Popgruppe, die auf niederländisch singt und Elemente von Ska, Punk sowie Reggae zum Nederpop kombiniert. Doe Maars vier… … Deutsch Wikipedia
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon